Eén keer in de twee weken neemt Suzanne mijn plek in voor haar mode column ‘A Touch Of Fashion’. Vandaag is het weer zo ver en kun je genieten van Suzanne’s schrijfkunsten en gevoel voor mode.
Beste kijkbuiskinderen. Er moet me even wat van mijn hart. Even iets dat niet speciaal met mode te maken heeft, maar er zeker aan gerelateerd is. Het is namelijk zo dat, naast de opmerkingen over mijn haar, de meest gereageerde reactie op mijn blog is: ‘Jou staat het geweldig, maar ik…’. Lieve lezeressen. Ik ben echt blij met elke reactie, ook met deze, maar –als die illusie er ooit al was- ik wil toch even de illusie uitwissen dat alles mij staat, dat ik alles durf. Ook al weet ik dat ik veel kan hebben, dat gaat er bij mij toch niet in.
Er is echter één ding dat ik wél durf te zeggen, en dat is dat ik lelijk durf te zijn. Natuurlijk, ‘lelijk’ is een érg relatief begrip, maar vandaag bedoel ik met lelijk gewoon ‘wat lelijker’. Je snapt wel dat er hier niet de ruimte is dit subjectieve, relatieve begrip telkens met drie regels uit te leggen.
Back to the topic. “Moet zij nodig zeggen”, hoor ik je al denken. Misschien niet de eerste associatie die je bij mij, aangezien ik elke dag mijn eigen hoofd op internet zet. En dan niet op mijn slechtste dagen vanuit de slechtste hoeken natuurlijk. Maar, vooral op mijn blog, vind ik het erg belangrijk om niet de illusie te creëren dat ik elke dag met een gladgestreken hoofd opsta, dat ik geen ‘issues’ of onzekerheden heb.
Ik wil niet zeuren, vooral relativeren, maar ik baal er ontzettend van dat mijn huid aan alle kanten tegenwerkt op het moment, en ik me afvraag of ik ooit nog wel make-up zal gaan dragen (o.a. de inspiratie voor deze column). Dat ik een obsessie heb voor nagels en dat ze soms héél mooi zijn en soms héél lelijk (ik ben niet zo goed in doseren). Dat ik houd van mijn kapsel, maar bang ben om kaal (need an explanation? click here) te worden. En als ik het nooit eerder gezegd heb: ik vind het heel moeilijk als mensen op straat naar me kijken –om wat voor reden dan ook- en ik vind het vreselijk dat ik daar niet op een speelse manier mee om kan gaan. Ik hoef aan niemand wat te bewijzen, maar vind het zelf altijd wel een fijn gevoel om, als een soort van compensatie, bijvoorbeeld deze blooper foto’s online te zetten.
Mijn eerste ‘lelijke’ ervaring had ik met veertien jaar. Achteraf was het de leeftijd, het moment, dat mijn mode ‘carrière’ begon. Ik geloof dat het ook bijna noodzakelijk is om een ervaring als deze (zonder het op te blazen) nodig is om mode echt te kunnen begrijpen. Want om mode te begrijpen, denk ik dat je het moet kunnen relativeren. Hopelijk kan ik met dit persoonlijke verhaal ook een stukje van jullie ‘mijn-haar-obsessie’ oplossen. Geen idee waar ik het over heb? Ga maar eens deze YouTube comments doorlezen.
In het voorjaar van 2008 werd ik door Marilyn van Tutti Models uit de Kalverstraatse H&M geplukt. Of ik wilde modellen? Wat dacht jij? Ik was veertien jaar, had best een populair brugklasjaar achter de rug, had best wat meegemaakt, maar er was ook al veel voor de wind gegaan. Vooral voor de buitenkant paste een modellencarière daar wel bij! Ik vind het niet leuk om toe te geven, maar een beetje naïef noemen ze dat. Vijf dagen later was het al zover, en kreeg ik mijn vader nog zover dat ie met mij naar Amstelveen reed, daar ongeveer zestien uur moest doen over de krant lezen, om me vervolgens weer mee terug te nemen. En toen was ik alleen nog maar door de casting heen. De volgende dag moest ik even lang gewoon weer terugkomen.
Om een lang verhaal íets korter te maken: natuurlijk was dat geen begin van een modellen carrière (wist ik veel!), maar hadden ze bij Sassoon gewoon iemand nodig met een mooi koppie om een mooi kapsel op te knippen. Zij hadden geen idéé hoe jong ik eigenlijk was en hoeveel indruk het allemaal op mij maakte. Met mijn veertien jaar wist ik al wel heel goed dat ik niet HNTM-zeurderig (no offence, ik zou ook huilen als ik Tamara was!) over mijn haar ging doen, en dus ging mijn natuurlijke lange haar eraf en kreeg ik een felrode, opgeknipte bob.
Denk je nu even in dat je veertien jaar bent, in de tweede zat, en dat je klasgenootje (ik dus) met een zojuist beschreven metamorfose op school komt op maandagmorgen. Hoe zou je reageren? Juist. Zo reageerden mijn klasgenoten ook op mij. Het verschil tussen de “glamorous haarstylisten wereld” in het alles-gewend randstad, en mijn vreselijke, bekrompen middelbareschool had niet groter kunnen zijn. En ik kon ze eigenlijk ook geen ongelijk geven. Als ik niet zoveel affiniteit had met alles wat met haar, make-up en kleding te maken heeft had, had ik ook gedacht dat ik aandacht nodig had. Als Brabantse (toen nog een veel sterker hoorbaar) viel ik al vrij erg op, maar nu was ik helemaal klaar voor het zuidelijke Carnaval. En wat nog het ergste werd gevonden: dat ik zelf niet deed of het afgrijselijk was, dat ik zelf niet in een hol wilde werken. Ironisch genoeg was ík degene die zei: “Hallóó, het is maar háár!”.
Ik was helemaal niet lelijk. Mensen die er verstand van hadden zeiden dat het me prachtig stond. Ik wist dat het me prachtig stond. Apart, dat wel. Onderscheidend. Omdat dat toen al aan me kleefde, was de metamorfose ‘an sich’ voor mij niet zo’n big deal. Maar de metamorfose van mijn plek op school, van hoe de klasgenoten me van de één op de andere dag als een ander mens gingen zien, was ook voor mij even teveel. Ik voelde me écht lelijk, voor het eerst in mijn leven eigenlijk. En toen wist ik: ik wil me nooit meer schamen voor mezelf. Ik wil mooi én lelijk durven zijn, maar –met wat sturing van mensen die daar verstand van hebben misschien- ík ben degene die bepaald welke van de twee wanneer…
Deze column gaat verder in de volgende A Touch Of Fashion – lees mijn verhaal verder op 07 november.
P.S. Wil je meer van mij lezen en/of zien? Volg dan ook mijn blog.
thanks meis!
[Beantwoorden]