De Perfecte Spijkerbroek
Het vinden van De Perfecte Spijkerbroek is net zoals het vinden de perfecte jongen. Je weet wel wie ik bedoel, die ene gozer waar al honderden films en boeken over zijn gemaakt. Juist, ‘de ware’. Hoe hebben we het ooit in ons hoofd kunnen halen dat de perfecte jongen, en zelfs De Perfecte Spijkerbroek bestaat? Een jeans die als een tweede huid zonder moeite over je benen heen glijdt, en waarbij je (ookal heb je net een grote lunch op) de knoop moeiteloos dicht krijgt. Dat is een grote illusie, zeker met mijn favoriete broek, de skinny jeans is dit vrijwel onmogelijk. Je praat jezelf nog eens een stel dikke kuiten aan!
Ik ben ook nog steeds opzoek naar De Perfecte Spijkerbroek. Hoe kan het ook anders? Want hoewel ik volgende ‘de regels’ een zandloper figuur heb, sta ik iets te vaak in een paskamer een tochnietzoperfectebroek te passen waar mijn billen zo’n beetje over de rand heen puilen. Wanneer ik een broek één (of een paar) maten groter probeer zit hij meestal om mijn benen perfect, maar is er nog wel voor ongeveer 5 kilo extra ruimte bij mijn buik. En nee, het zijn zeker geen zwangerschapsbroeken die ik pas.
Met een compleet leger bezoeken wij vrouwen het liefste een kledingzaak, wanneer we opzoek zijn naar De Perfecte Spijkerbroek. Moeders, zussen en vriendinnen moeten mee om elke spijkerbroek te bekijken en te bekritiseren. Net zoals zij je nieuwe liefde mogen beoordelen, doen ze dat ook bij de spijkerbroeken die je past. Is je vriend wel een beetje lief, heeft hij wel genoeg aandacht voor je en weet hij wat je nodig hebt? Is de broek wel lang genoeg, zitten er geen rare wassingen of bleekplekken in, waardoor je benen dikker lijken?
Vaak wanneer ik halverwege een passessie zit (zo rond broek nummer 22), zakt de moed me in de schoenen. Ik heb mezelf al meerdere malen horen zeggen dat als ik 5 kilo af zou vallen, die broek perfect zou zitten. Net zoals de jongen die ik leuk vind, op brunettes valt en ik dus mijn haren bruin wil gaan verven. Of nou ja, dat is wat ik dan zeg. Maar ondertussen voel ik me ellendig en wil ik alleen maar in een joggingbroek (die passen altijd) en met een reep chocolade, op de bank kruipen.
Maar met niets doen, kom je niet veel verder. Dat weten we allemaal wel. Bovendien kun je ook niet in je blote billen over straat, of 24/7 in een joggingbroek lopen. En dus, wagen we ons elke keer weer in een te klein pashokje, met een -blijkt later- te kleine spijkerbroek. Of nemen we een jongen mee naar huis, waarvan we eigenlijk al weten dat ook hij niet perfect past.
De Perfecte Spijkerbroek en De Perfecte Jongen, ik heb ze allebei nog niet gevonden. Maar eigenlijk red ik me prima zonder. En dus hijs ik mezelf + die 5 extra kilo in een joggingbroek, en ga ik lekker op de bank liggen met een reep chocola. Want in De Perfecte Spijkerbroek en in De Perfecte Jongen geloof ik niet, maar in echte liefde geloof ik wel. En die vind je, wanneer je het ’t minst verwacht…